Interview met de rector

Interview met de rector

Hoe ontstond de orthodoxe parochie van Brugge?

Reeds lang bestond het verlangen voor het bestaan van een orthodoxe parochie in Brugge. Concreet brengt ons dat terug naar het jaar 1983, toen op initiatief van mijn vader, Aartspriester Ignace Peckstadt, en Stelios Bois de toen pas-verkozen Metropoliet Panteleimon van Belgie (Oecumenisch Patriarchaat) er een Goddelijke Liturgie kwam celebreren in de toenmalige «Oecumenische Kapel» in de Boeveriestraat (nabij het Zand). Vader Ignace celebreerde er ook een tweede Goddelijke Liturgie. Gebrek aan tijd en energie voor een goede organisatie lieten niet toe dat er regelmatige Diensten konden worden gevierd, met als gevolg dat er geen parochiaal leven mogelijk was.

Eind de jaren tachtig groeide bij mijn broer, die toen theologie studeerde in Thessaloniki en nu Bisschop Athenagoras is, en mezelf een diepere bewustwording dat er in het Brugse een orthodoxe parochie zou moeten zijn. Wij beslisten dat we enkele orthodoxen van Brugge en omstreken zouden opzoeken om met hen over deze zaak te praten. In 1992 zochten we opeenvolgend de gezinnen Stelios Bois en Nikolaos Venetis op (de families van de 2 Griekse restaurants van Brugge). Beide gezinnen vertoonden zonder aarzelen een belangstelling, niet alleen voor het bestaan van een orthodoxe parochie in Brugge, maar evenzeer voor het meebouwen eraan! Ondertussen waren mijn broer en ikzelf reeds begonnen met het verzamelen en opslaan van namen en adressen van orthodoxen van de regio «Brugge – Oostkust». Op de dag van het Feest van de Heilige Theofanie van het jaar 1993 heeft mijn broer dan officieel de zegen gevraagd aan Metropoliet Panteleimon, om aan de organisatie van een orthodoxe parochie in Brugge te werken. Het is met deze zegen en goedkeuring dat begin 1995 dit project langzaam vorm kreeg.

1. Orthodoxie in Belgie en Brugge

Vader Bernard Peckstadt

Het aantal orthodoxen in Belgie wordt boven de 80.000 geschat, waarvan de grote meerderheid Griekse uitwijkelingen zijn. Een eerste opmerkelijk spoor van Orthodoxie in ons land is trouwens van de Griekse gemeenschap, toen in 1900 te Antwerpen een eerste Parochie werd gesticht voor Griekse zeelui. Diverse emigraties zorgden voor een steeds groter aantal Orthodoxen in ons land : denken we maar aan de Russische vluchtelingen na de Revolutie van 1917 en aan de Byzantijnen die Turkije verlieten na de Grieks-Turkse oorlog, ook wel eens de Katastrofe van Klein-Azie genoemd. Het is van belang op te merken dat deze Russische of Griekse Orthodoxie helemaal vreemd bleef aan de werkelijkheid van het Belgisch leven. Vanwege de gezagsdragers bleef het een complete ontkenning. De bevolking behield eerder een onverschillige houding: het was iets dat hen niet aanbelangde. Deze situatie veranderde na de IIe Wereldoorlog. In de jaren 1956-57 kwamen de eerste Griekse mijnwerkers in Belgie aan. Met hen kwamen er ook verschillende orthodoxe priesters om hen bij te staan in hun spirituele noden. Onder hen was Vader Panteleimon Kontoyiannis, tegenwoordig Metropoliet van Belgie, die een buitengewoon en geapprecieerd pastoraal werk heeft voltooid. Voortaan had de Orthodoxe Kerk op eigen bodem een definitieve inplanting. Steeds meer werd de lokale bevolking geconfronteerd met de reele aanwezigheid van de Orthodoxie : gemengde huwelijken, oecumenische ontmoetingen op wereldniveau maar eveneens op nationaal gebied …
Een steeds groeiend aantal orthodoxe autochtonen heeft in diverse steden van ons land Orthodoxe Parochies uit de grond gestamt, waar niet in het Grieks, het Slavisch of het Roemeens gecelebreerd wordt, maar waar de lokale taal aangewend wordt als middel voor een beter begrip. De Orthodoxe Liturgie is immers een Logosdienst, een Woorddienst die moet worden begrepen door het gelovige volk.
Vandaag de dag is de Orthodoxe Kerk in Belgie tot een georganiseerde entiteit uitgegroeid. Sinds 1985 is ze door de Belgische Staat erkend als officiele Eredienst. In Belgie resideren vijf orthodoxe bisschoppen : een metropoliet, een aartsbisschop en drie bisschoppen. We tellen zowat 45 parochies en bidruimten verspreid over het hele land en waar gecelebreerd wordt in verschillende talen. Al deze parochies worden bediend door ongeveer 50 priesters en diakens, waarvan 17 autochtonen. Sinds enkele jaren geven wij elk jaar een JAARBOEK uit, waarin alle gegevens te vinden zijn over de permanente aanwezigheid van de Orthodoxie in ons land: parochies, namen, adressen, enz.
Op nationaal en lokaal niveau worden oecumenische dialogen gevoerd met de andere christelijke gemeenschappen in ons land.
Tot onze parochiegemeenschap van Brugge behoren orthodoxen van de meest diverse afkomst : grieken, russen, joegoslaven, roemenen, bulgaren, georgiers, polen, alsook belgen. Kortom een parochie voor alle orthodoxe gelovigen van de regio Brugge – Oostkust (Brugge, Oostende, Blankenberge, Knokke, Torhout, en zelfs een deel van het Nederlandse Zeeland) : momenteel zowat hondervijftig families, of ongeveer 800 gelovigen. Komen daarbij nog de gemiddeld vijftien tot twintig orthodoxe studenten van het Europacollege, die wij heel hartelijk pogen te onthalen. Wat de orthodoxen in Brugge betreft schatten we deze rond de 200.

2. Waar ligt hem het verschil tussen de Rooms-Katholieke Kerk en Orthdoxe Kerk?

De aanleiding van de breuk tussen Rome en de Patriarchaten van Konstantinopel, Alexandrie, Antiochie en Jeruzalem, was een lang aanslepend theologisch dispuut over de plaats van de Heilige Geest in de Drieene God. Door allerlei misverstanden, communicatiestoornissen en geheimdoenerij van Rome, spraken de Oosterse en de Westerse Kerken in 1054 elkaars excommunicatie uit. De Patriarchen van de Byzantijnse Kerk gingen zich Orthodox, rechtgelovig, noemen, als eretitel tegenover het Westerse Christendom dat volgens hen in de dwaling verkeerde. Komt daarbij dat de tegenstellingen dieper lagen en liggen : de Oosterse Kerken hebben altijd vastgehouden aan de eenheid in het geloof, de communio, waarbij de plaatselijke Kerken een zekere zelfstandigheid hebben. Ze hebben wel altijd een zekere voorrang verleend aan de Bisschop van Rome. Volgens hen is hij de primus inter pares, de eerste onder de gelijken. Maar in de periode voor het schisma ging men in Rome steeds meer de nadruk leggen op het primaatschap van de Paus, als van goddelijke oorsprong en dus van goddelijk recht. De Paus zag zich als het middelpunt en probeerde als een wereldlijke vorst zoveel mogelijk macht naar zich toe te halen, de bisschoppen aan zich te onderwerpen en de Latijnse ritus door te drukken in de Oosterse Kerken, waar de volkstaal (Grieks) werd gebruikt in de Liturgie. Het is dit verschil in Kerkopvatting dat nog altijd de belangrijkste hinderpaal vormt voor een verzoening. Het dogma voor de pauselijke onfeilbaarheid dat in 1870 na het eerste Vatikaans Concilie werd afgekondigd, blijft voor de Orthodoxen een grote bron van ergernis. Enkel een Oecumenisch Concilie, waarin zowel het Oosterse als het Westerse Christendom zijn vertegenwoordigd en dat voor het laatst plaats had in Nicea in 787, kan onfeilbare leerstellige uitspraken doen, aldus de Orthodoxie.
Toch is er sinds het begin van de jaren zestig een vrij spectaculaire toenadering merkbaar. Op Vaticanum II waren vertegenwoordigers van diverse Orthodoxe Kerken aanwezig als waarnemers. In 1964 was in Jeruzalem de historische ontmoeting tussen de Oecumenische Patriarch Athenagoras I van Konstantinopel en Paus Paulus VI van Rome, gevolgd van vele andere dergelijke ontmoetingen en een ware dialoog.
Die dialoog is er ook in Belgie, nationaal, regionaal en lokaal. In Belgie is er het Overlegorgaan van Christelijke Kerken; in West-Vlaanderen de Oecumenische Gebeds- en Werkgroep en in Brugge is er een lokale samenwerking tussen de 4 verschillende christelijke gemeenschappen, de anglikaanse, de orthodoxe, de protestantse en de rooms-katholieke.

3. Hoe ziet u de Orthodoxe eredienst?

Onze Parochie heeft tot voornaamste doel de integratie van de orthodoxe gelovigen van de streek in het liturgisch leven, volgens de traditie van onze Heilige Orthodoxe Kerk. De Kerkvaders herinneren er ons steeds aan dat wij voor onze redding, de redding van onze ziel, wij een sacramenteel leven in de schoot van de Kerk moeten lijden. In de Orthodoxe Kerk en voor de orthodoxe gelovigen is elke activiteit een verlenging van de Eucharistie, die de «communio» bij uitstek is, in de ware zin van het woord. Vandaar het belang van en de reden voor de oprichting van deze Parochie.
Was tijdens het eerste levensjaar van onze Parochie het ritme van liturgisch leven eerder zwak – en dit omwille van onvermijdelijke omstandigheden – dan was dit juist een zinvolle periode die de verspreide en verlaten orthodoxe gelovigen van Brugge en omstreken de kans gaf van zich te situeren of hersitueren in het Lichaam van Christus, en het sacramenteel leven van onze Kerk. Want vergeten we het niet : velen van hen hebben lange tijd geen echte gelegenheden gehad een eucharistisch en communautair leven te lijden. Sinds de erkenning van onze Parochie door de overheid is er een compleet liturgisch leven : alle zaterdagen Vespers en ‘s zondags Metten gevolgd van Goddelijke Liturgie. Ook op feesten vieren we de Goddelijke Liturgie. En dan zijn er nog de vele diensten van de Grote Vasten en de Grote Week, waar we een ganse week elke dag, ‘s morgens en ‘s avonds, vieringen hebben. Dit is de rijkdom van de Orthodoxie.
Alle aandacht gaat dus uit naar het wezenlijke van ons ekklesiale-zijn : en dit is de liturgische dimensie die ons helpt het goddelijke en heilige te benaderen en te delen. Onze orthodoxe liturgische traditie is echter geen vorm van vlucht uit de realiteit of van de maatschappij, maar poogt precies de gelovige te verheffen boven het wereldse levensritme waarin hij dagelijks gedompeld is.
Wat de litrugische kledij van de orthodoxe geestelijkheid betreft, kan worden gezegd dat de Goddelijke Liturgie allereerst een hemelse gebeurtenis is en dat men bijgevolg niet mooi genoeg kan worden getooid. De diakens, priesters en bisschoppen hebben elk een eigen soort gewaad. Er is veel symboliek in terug te vinden. Alles dat in de Liturgie gebruikt wordt heeft een aparte verklaring. Zo draagt de bisschop bijv. om zijn schouders een brede witte stola die het verloren schaap symboliseert dat Christus, als de Goede Herder, om zijn schouders droeg… De mijter of kroon is alleen weggelegd voor de bisschop en stamt a.h.w. van de Byzantijnse tijd, maar werd pas in de orthodoxe eredienst ingevoerd na de val van Konstantinopel (1453).

4. Bestaat er ook een hierarchie in de Orthodoxe Kerk?

Zoals in de Roomse kerk is er in de Orthodoxe Kerk ook een hierarchie. De klerus bestaat uit drie graden. Men noemt ze de drie graden van het priesterschap : het diaconaat (de diakens), het eigenlijke priesterschap (de priesters) en het episcopaat ( de bisschoppen).
De orthodoxe kerkleer is in eerste instantie een ekklesiologie van communio in de heilige dingen : de sacramenten en vooral de eucharistie. De Orthodoxe Kerk is in feite een familie van lokale Kerken die zichzelf besturen. In de strikte en traditionele zin is de lokale Kerk de eucharistische gemeenschap verzameld rond haar bisschop op een gegeven plaats. De bisschop is de borg voor de getrouwheid van deze Kerk aan de volheid van het apostolisch geloof. De wijding van een bisschop door twee of drie naburige bisschoppen is het erkennen door de andere lokale Kerken van het apostolisch geloof van de nieuwe bisschop en van diens Kerk, die op een gegeven plaats, de katholieke Kerk is; de Kerk ten volle is. Het basiselement van de lokale Kerk is en blijft het bisdom, dat de volheid van de Kerk is op een plaats (op voorwaarde dat deze in communio is met de andere). Dankzij de dubbele eenheidsband in het geloof en de communio in de sacramenten behoudt de Orthodoxe Kerk toch ten volle haar eenheid. Alle Orthodoxe Kerken zijn dus door hetzelfde geloof en door dezelfde sacramenten, organisch aan elkaar verbonden, zelfs wanneer ze niet administratief aan elkaar zijn verbonden (cfr. de verschillende Autokefale Kerken).
In de Orthodoxe Kerk bestaat er geen zetel equivalent aan deze van de Paus in de Rooms-katholieke Kerk. De Patriarch van Konstantinopel is gekend onder titel van Oecumenisch (of universeel) Patriarch en sinds het grote schisma bekleedt hij de ereplaats van de Orthodoxie, maar zonder dat dit hem een recht geeft tussen te komen in zaken eigen aan een van de andere Kerken. Dit systeem van decentralisatie in onafhankelijke Kerken heeft het grote voordeel van zeer soepel te zijn en zich gemakkelijk aan te passen aan de omstandigheden.
De vorming van de patriarchaten werd in feite door de regeling van een dubbel principe uitgevoerd : de autoriteit van een apostolische stoel enerzijds, en de noodzaak om de Kerk te planten in de concrete, wereldse structuren anderzijds. Het is sinds het eerste Oecumenisch Concilie van Nicea (325) dat het eigenlijk statuut van de patriarchaten voor het eerst opdook. Nicea I erkende de structuur van drie apostolische stoelen (in volgorde: Rome, Alexandrie, Antiochie). Het eerste Oecumenisch Concilie van Konstantinopel (381) bevestigde deze structuur en introduceerde Konstantinopel, als tweede in rangorde. De korte 3e kanon van dit tweede Oecumenisch Concilie zegt immers zeer expliciet: “De Bisschop van Konstantinopel moet de ererangorde hebben, na de Bisschop van Rome, want Konstantinopel is het nieuwe Rome” (sinds de verplaatsing van het centrum van het Rijk, een 50-tal jaar voordien). Deze beslissing werd door het Oecumenisch Concilie van Chalcedon (453) bevestigd, m.b. door zijn 28de kanon, die de patriarchale hierarchie uitbreidde tot vijf (in rangorde: Rome, Konstantinopel, Alexandrie, Antiochie, Jeruzalem). Dit is wat men de Pentarchie noemt.
Na het schisma van 1054 nam het privilegie toegekend – door twee Oecumenische Concilies – aan de zetel van Konstantinopel – Nieuw Rome in waarde toe en werd de Byzantijnse Patriarch de eerste onder de gelijken, de primus inter pares van het Orthodox Episcopaat.
De kerstening van de Slaven, en later, de vorming van nieuwe Staten (Rusland, Roemenie, Bulgarije, enz.) hadden voor gevolg het ontstaan van verschillende nationale Kerken, die de Autokefalie verkregen. Deze eigenhoofdigheid werd verleend op voorwaarde dat de Autokefale Kerken zich beschouwden als gelijk van recht. Een recht van initiatief en van voorzitterschap werd toevertrouwd aan het Oecumenisch Patriarchaat van Konstantinopel.

5. Heeft de orthodoxe priester niet eerder een klassiek imago?

Als men de orthodoxe priester in zijn pij ziet geeft dit in onze Westerse maatschappij mogelijks een klassiek imago. De orthodoxe gelovigen (incl. de geestelijkheid) houden sterk aan de traditie van hun Kerk, precies zoals de Apostelen het hebben doorgegeven en zij het door de generaties heen hebben ontvangen! Op doctrinair en liturgisch vlak houdt de Orthodoxie weliswaar aan de basis. Maar er is altijd een toetsing aan het hedendaagse en aan de zwakheid van de mens. De regel is er pas gekomen wanneer men begon af te wijken van de apostolische traditie. De regel is er niet om het de gelovigen moeilijk te maken, maar om hen te leiden naar hun persoonlijke redding, hetgeen toch het einddoel is van de orthodoxe christenen. Maar het is mogelijk dat de orthodoxe geestelijkheid heel soepel is, want ze beschikken over hetgeen men de economia noemt die eigenlijk overeekomt met een toegeefelijkheid voor het goede van de gelovigen, maar wel zonder dat dit een precendent vormt voor anderen!
Er zijn veel voorbeelden die aanduiden dat de Orthodoxe Traditie zeer menselijk en eigentijds is! Anderzijds dient gezegd dat de Orthodoxe Traditie gekenmerkt wordt door mystiek en spiritualiteit; iets diepzinnig en fundamenteel!

6. Mag een orthodox priester huwen?

Ja. De regel is de volgende : na de diakenwijding volgt GEEN huwelijk meer. 95% van onze klerus is gehuwd. De bisschoppen worden echter verkozen uit de celibataire klerus, omdat zij geacht worden zich volledig te geven voor de Kerk. De beslissing of men gehuwd of ongehuwd priester wilt worden dient dus te vallen voor de diakenwijding.

7. Waarom is de Parochie toegewijd aan de Heiligen Konstantijn en Helena?

Vooreerst zal dit ons steeds herinneren aan onze band met de «Heilige en Grote Kerk van Christus», (het Oecumenisch Patriarchaat van Konstantinopel) gezien wij het voorrecht hebben tot haar jurisdictie te behoren. De Heilige Konstantijn was die Byzantijnse Keizer die het christendom erkende als officiele godsdienst. Hij liet Kerken bouwen in het ganse Rijk. Het was hij ook die de eerste Oecumenische Concilies bijeenriep, die gehouden werden in de omgeving van Konstantinopel en tot doel hadden het orthodox geloof te behoeden tegenover de ketterijen. Vergeten we weliswaar ook zijn moeder niet, de Heilige Helena, die te Jeruzalem het Kostbare Kruis waar Christus aan gestorven was terugvond. De Heiligen Konstantijn en Helena zijn Heiligen van de Onverdeelde Kerk, erkend door het ganse christendom. In alle landen van orthodoxe traditie hoort men al te vaak de naam «Konstantijn» of «Helena». Komt daarbij dat ons Aartsbisdom tot op heden geen kerk had toegewijd aan deze Heiligen – gelijk aan de Apostelen.

8. Welke taken hebt u nog buiten deze als priester:

Buiten mijn taak als orthodox priester, ben ik ook nog half tijds tewerkgesteld als endoscopie-verpleegkundige op de dienst maag en darmziekten in het AZ ALMA Campus-Eeklo. Daar ben ik sinds 1989 werkzaam. Daarbij heb ik ook nog mijn taak als vader van drie kinderen.

9. Wanneer worden er liturgische diensten gevierd in jullie kerk?

De Liturgische diensten hebben plaats in de Ezelstraat 85 8000 Brugge